Laatste wijziging
25 maart 2023
Het was in het voorjaar van 1961. Ik zat net op de academie voor Beeldende Kunst in Den Haag, had voor het eerst aquarelpapier en bijbehorende verf. Nam dat mee in een kleine tekenmap op mijn fietstas of in rugzak. Wel vaker mocht ik mee met Jan; we fietsten bijvoorbeeld naar de Waterleidingduinen bij Scheveningen. Jan telde dan eenden, onder andere tafeleenden en smienten. Hij wist van geen ophouden. Vooral in de winter, nadat de zon was ondergegaan, koud, roze lucht, schemer. Die herinnering herleeft in die omstandigheden.
Op een zaterdag in een meimaand: fietsen vanuit Rijswijk, overvaren en de Beer op. Nu ik zijn beschrijving van een wandeling op De Beer weer lees op de website over natuurmonument De Beer, ploppen er delen van herinnering weer op, maar lang niet alles. We moeten heel wat gesjouwd hebben: Jan met zijn camera’s, loodzware lenzen en kijkers, ik met die tekenspullen en proviand. Hij deed het wekelijks.
Aan de rand van een rode vlakte, wat duintjes met verwaaide duindoornbosjes, zag Jan een orchideeplantje, bloeiend! Alle bepakking afgeworpen, filmpjes ingedraaid, en op zijn knieën, op zijn buik, van alle kanten, dichtbij, verder weg, en maar knippen. Nu kon ik ook mijn slag slaan, hij was wel even bezig. Verf op een bordje, water in een pot, papier met knijpers vast en proberen. Het was voor mij een van de eerste keren buiten, want aquarelleren deden we altijd binnen, bloemen, stoffen, voorwerpen.
Vooral het rode 'mos' vond ik prachtig en de dramatisch verwaaide struik, half begraven door een zandheuveltje. Nu, zoveel jaar later, zou ik de takken verfijnder willen maken, maar mijn penseel was misschien te dik? Jan heeft de aquarel later in laten lijsten en hij had het altijd ergens in zijn huis, later flat, hangen. Nu ik de aquarel weer terugzie is de herinnering aan die dag weer helder geworden.
25 maart 2023